Oosterstraatfeest is een saaie bedoening
Winkeliersvereniging Oosterstraat en Gemeente Groningen organiseerde het Oosterstraatfeest om de straat meer te laten leven. Maar wat betekent dat, om een straat te laten leven?
De vele ondernemers van de Oosterstraat hebben hun koopwaar in marktkraampjes op de stoep van de afgezette straat gezet en aan beide uiteinden respectievelijk een minidraaimolen en een kinderspringkussen neergezet. Halverwege de straat draait een eenzame DJ danceplaatjes, een clown vermaakt een aantal kinderen en hier en daar hangt een tros ballonnen aan een gevel. De aangekondigde modeshow bestaat uit een paar jongedames uitgedost in de galajurken van Catwalk die vooral met elkaar en de meegenomen camera bezig zijn. Voor Mexicaans restaurant ‘Four Roses’ staat een in traditioneel Mexicaanse kostuums uitgedoste band live het Cubaanse ‘Guantanamera’ te zingen, met hier en daar een semi-spontaan ‘Tequilla!’.
De meeste bezoekers, al dan niet speciaal voor het feest gekomen, lopen in een rechte lijn de straat door, zonder echt te stoppen voor het uitgestalde ‘leven’ in de Oosterstraat. Niemand stopt lang voor de geïmproviseerde publieksparticipatie van de ondernemers. Het Gebeuren van de braderie is de nek omgedraaid door een gebrek aan visie. De rijke Oosterstraatgeschiedenis, die zo mooi prijkt op de poster, is in geen velden of wegen te bekennen, een werkelijk dagprogramma ontbreekt en ook een centrale verzamelplek schittert door afwezigheid. Waar is de muzikale rijkdom van de Vera, een theatraal voorproefje van het gewaagde theater van het Grand Theatre en waar is de kritische noot over de leegstand waar de straat mee kampt? Een geschiedenisles of een politiek debat over de Oosterstraat hoeft nog geen feestje te heten, maar op de zoveelste markt zaten we toch ook niet te wachten.