Iedereen zou eens, terugkerend uit Duitsland, de afslag Heiligerlee moeten nemen. In 1568 begon daar de 80-jarige Oorlog die de onafhankelijkheid van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zou inluiden. Bij die fameuze eerste slag verloor Graaf Adolf van Nassau, de broer van Willem van Oranje, op 27-jarige leeftijd het leven. Zijn paard sloeg op hol, de jonge graaf raakte tussen de Spaanse troepen en werd afgemaakt. Wat er toen met zijn lichaam is gebeurd, staat voor een deel vast. Eerst liet zijn andere broer, Lodewijk – die de slag leidde – de stoffelijke resten ter plaatse, in het klooster van Heiligerlee, balsemen. Toen is het lichaam verplaatst naar Wedde, maar wat er daarna gebeurde is gehuld in de mist van de geschiedenis.

Historicus Lammert Doedens heeft de zaak heropend en zit Adolf op de hielen. Hij vermoedt op basis van diverse bronnen dat de botresten in een kist in Oldenburg ligt, samen met de resten van nog vier personen. DNA-onderzoek moet uitwijzen of het inderdaad de beenderen van de Nassau zijn. Sonja Schulte sprak Lammert Doedens en sprak na afloop met hem af de zaak nauwkeurig in de gaten te houden.

Kijk hier voor de tentoonstelling in het universiteitsmuseum. 

Podcast: Embed