De Stand van de Universiteit – Klaas van Berkel
Op donderdagavond 15 februari presenteerde Glasnost de eerste editie van Café Glasnost in Brouwerij Martinus. De door Jelte Posthumus en Anne Jan Toonstra geleide tafelgesprekken leverden een duidelijk beeld van de huidige problematiek binnen de academische wereld en de Rijksuniversiteit Groningen in het bijzonder. Te gast waren hoogleraar geschiedenis Klaas van Berkel, student American studies Meike Robaard, promovendus Gerard Jan Ritsema van Eck, universitair docent Pieter Boele van Hensbroek en vertegenwoordigers van twee studentenfracties in de u-raad, Zeger Glas (SOG) en Willem Noordink (DAG).
Klaas van Berkel: ‘Yantai is misschien een keerpunt.’
Luister hier het gesprek met Prof. dr. Klaas van Berkel terug en/of lees het artikel eronder.
Prof. Dr. Klaas van Berkel schrijft momenteel aan het derde deel van zijn Universiteit van het Noorden, de biografie van de RuG: ‘De hele reden om deel drie te maken was juist om de huidige discussie mee te kunnen nemen’, aldus de professor. ‘Ik wist niet hoe het zou aflopen. Ik zag me al in Yantai rondlopen, maar het loopt nu iets anders’. Gevraagd naar het oorspronkelijke doel van de eerste universiteiten (De universiteit van Groningen was in 1614 de derde van het land) antwoordt hij: ‘Er wordt veel gemord over het feit dat universiteiten hogere beroepsopleidingen zijn geworden, maar zo zijn ze ook begonnen. Je werd daar jurist (advocaat), theoloog of leraar.’ Van Berkel legt uit dat niemand daar een probleem mee had tot in de 19e eeuw. Je leerde pas echt een vak door het onderzoek in te doen, was de nieuwe gedachte. Tegenwoordig weten we niet beter of onderzoek is onderdeel van de universiteit.
De vraag moet misschien opnieuw gesteld: waartoe is de universiteit anno 2018 op aard? ‘Iedereen zal daar een ander antwoord op hebben’, zegt van Berkel. ‘De een vindt dat de universiteit inderdaad opleiding moet geven voor maatschappelijk nuttige of minder nuttige beroepen. Een ander ziet het als een onderzoeksinstituut. Als je die discussie aangaat, kan je wel eens heel lang met die discussie blijven zitten.’
Na de Tweede Wereldoorlog groeiden universiteiten enorm. ‘Er zijn meer studenten, omdat er meer Nederlanders zijn en groepen die eerst niet naar de universiteit gingen, gaan nu wel.’ Maar zit er een grens aan die groei? Van Berkel: ‘Men verwacht dat er een natuurlijke aftopping zal zijn tussen de 30.000 en de 35.000 studenten. Ontegenzeggelijk, de groei gaat ten koste van de kwaliteit. Elke student kost wat. Het moet steeds goedkoper. De groei van het aantal studenten wordt momenteel niet gecompenseerd door het aantal docenten.’
Het was de eerste keer in lange tijd dat nagedacht werd over de vraag: waarom hebben wij eigenlijk een universiteit?
De sfeer van wantrouwen door visitatiecommissies en de bureaucratie komt volgens de professor niet alleen van boven, maar ook van onderop. ‘Je wilt niet weten wat voor klachten een bureau te verwerken krijgt tegen een onvoldoende. Alles moet verantwoord worden. Tegenwoordig moet een mondeling opgenomen worden, zodat een student later kan claimen dat het toch een voldoende was.’
Het recente besluit over Yantai zou volgens Van Berkel wel eens de eerste stap kunnen zijn op weg naar een universiteit waar de kwaliteit weer boven de kwantiteit gesteld wordt. ‘Ik was heel verheugd over het feit dat de plannen voor Yantai afgeschoten werden. Het was de eerste keer in lange tijd dat nagedacht werd over de vraag: waarom hebben wij eigenlijk een universiteit? En waarom zouden we in China een nevenvestiging beginnen? Dit zou in potentie een keerpunt kunnen zijn.’
Podcast: Embed